Wat levert de kerk op voor 25-35 jarigen?

Gepubliceerd op 8 juni 2021 om 11:20

Reflectie op Zinvolle verbinding. Hoe kan de kerk een zinvolle sociale bedding creëren voor jongvolwassenen? van Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie van de PKN

Als 28e jarige predikant ben ik eigenlijk een rare eend in de bijt. Ik behoor tot de jongvolwassenen, waarvan binnen de landelijke kerk er heel weinig zijn en heel veel afhaken. In Hulshorst val ik binnen het kleinste leeftijdscohort van de gemeente. Dit heeft natuurlijk ook met de sociale geografie van het dorp te maken.

Daarom triggert mij het onderzoek van Jurjen de Groot, directeur van de dienstenorganisatie van de PKN. Het bemoedigt me ook. Dat hij hier mee bezig is en er dus werk van maakt. De centrale vraag in de publieksversie van zijn onderzoek luidt: “hoe slaan we de brug tussen geloof en leven, tussen verschillende generaties, tussen kerk en samenleving?” (p. 4)

Hij schetst hier kort vier ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving: de zuilen van vroeger zijn afgebrokkeld, de kerk sluit niet aan op de levensvisie van de meeste Nederlanders, vooral jongvolwassenen vinden de weg naar de kerk niet meer én de vraag zingeving is niet verdwenen. (p. 5)

Als de kerk niet de plek is waar jongvolwassenen met zingeving bezig zijn, welke sociale infrastructuur (p. 6) hebben ze dan nodig? Kort gezegd, een plek die aansluit bij hun zingevingsvragen en een sociale bedding waar ze zich thuis voelen.

Als de kerk een passende sociale infrastructuur kan bieden én aansluit op de zingevingsvragen van jongvolwassenen dan kan de kerk weer een plek zijn waar jongvolwassenen willen zijn. “Dit onderzoek laat zien dat het én-én is. Juist in de verbinding tussen zingeving en de sociale infrastructuur veranderen er dingen en vinden jongeren erkenning en herkenning.” (p. 9)

De afbeelding hiernaast geeft de verschillende aspecten aan die belangrijk zijn in de sociale bedding voor jongvolwassenen in verbinding met de kenmerken van zingeving. Ze laten ook zien wat jongvolwassenen als antwoord gaven tijdens interviews met Jurjen de Groot.

De Groot vat de conclusies als volgt samen (p. 13):

  1. zingeving kan niet zonder sociale inbedding – wil je jongeren ondersteunen, begin dan bij een passende sociale infrastructuur;
  2. de sociale bedding moet ruimte bieden – een plek waar je kwetsbaar kunt zijn en verschil er mag zijn;
  3. online en offline lopen organisch in elkaar over – een passende sociale infrastructuur sluiten online en offline elkaar in;
  4. rituelen doen ertoe… op een open en nieuwe manier helpen rituelen het ‘heilige’ te ervaren;
  5. … en ook het instituut blijft belangrijk – onderdeel zijn van een kerk biedt houvast orde en inhoud, maar dan moet het wel samen vormgegeven worden.

Wat kan de lokale gemeente hiermee? De Groot doet verschillende voorzetten (p. 14) die ook al in gang zijn gezet door de PKN.

Wat kan ik hier zelf mee? Wat kan mijn lokale of jouw lokale gemeente hier mee? Allereerst bemoedigt het mij: het goede nieuws van Jezus Christus heeft echt niet afgedaan. Alleen is het de kunst om nieuwe en oude schatten tevoorschijn te halen (Matth. 13:52), wat een taak voor de predikant, maar ook de gemeente zelf is. Ten tweede stimuleert het mij: mijn eigen generatie is niet verloren voor de kerk. Wat kan ik door Gods Geest betekenen om mensen bij elkaar te brengen en plekken te creëren waar het evangelie klinkt. Ten derde roept het de lokale kerk op: hoe lief is jou de jongvolwassene? Hoe ver wil je meegaan, mee oplopen, om hen bij de gemeente te betrekken, eigenaar te laten worden van het gemeente-zijn? Mogen zij er zijn op hun eigen manier?

 

Graag hoor ik hoe jij het rapport van Jurjen de Groot leest. En of je het met mee eens bent of niet. Voor de publieksversie van het rapport klik hier:

https://www.protestantsekerk.nl/thema/geloofsgesprek/

 

 

Afbeelding (p. 12) waarin de verschillende aspecten van een sociale infrastructuur zijn gekoppeld aan de resultaten van interviews met jongvolwassenen


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.